We nemen jullie zorgen mee naar Den Haag

  • 14 juni 2019
  • Nieuwsbericht
  • Longverpleegkundigen

<strong>Beste leden,

Het voorstel van minister Bruins over de overgangsregeling voor verpleegkundigen heeft de afgelopen week veel losgemaakt. Wat is het verschil tussen een hbo-diploma voor of na 2012? Wat is mijn vervolgopleiding en jarenlange ervaring waard? Waarom komt V&VN niet op voor mijn belangen?

De concept-overgangsregeling is een besluit van de minister van VWS, mede gebaseerd op het advies van de Commissie Meurs. Ook wij hebben daarover geadviseerd, net als werkgevers, opleiders en vakbonden.

In de afgelopen jaren hebben we onze leden onafgebroken betrokken bij dit thema. In regiobijeenkomsten, in workshops, bijeenkomsten met verpleegkundige adviesraden, spreekuren, talloze gesprekken. Een ledenpeiling in 2017. Begin vorig jaar een ledenconsultatie, open voor alle 100.000 leden.

We kregen een duidelijke opdracht van onze leden: wij willen een brede toegang tot het nieuwe beroep. Wij willen erkenning van ervaring en opleiding. Heb vertrouwen dat we dat nieuwe beroep kunnen uitoefenen. En kijk pas bij herregistratie na vijf jaar of aan de benodigde competenties wordt voldaan.

De commissie Meurs adviseerde: toetsing vóóraf. Dus vóórdat je je kunt inschrijven in het nieuwe beroep. Niet over vijf jaar bij herregistratie, nee volgend jaar, als de Wet BIG II ingaat. We schrokken ons lam, ik had er slapeloze nachten van. Een klap in het gezicht van vele mbo- en inservice-opgeleide verpleegkundigen!

Wij hebben ons ingespannen richting het ministerie van VWS, werkgevers en vakbonden om die toets vooraf van tafel te krijgen. En dat is gelukkig gelukt.

Iedereen die onder de overgangsregeling valt, kan zich inschrijven als regieverpleegkundige op het moment dat de nieuwe wet ingaat. En vervolgens het beroep vijf jaar lang uitoefenen. Met alle nieuwe taken en verantwoordelijkheden die daarbij horen.

Die nieuwe taken zijn er weldegelijk. Het is geen oude wijn in nieuwe zakken, maar echt een nieuw beroep. Dat laten de proeftuinen zien. Wat je daar ook hoort: we werken nu beter samen en het komt de patiëntenzorg ten goede.

Hbo: 2012
De commissie Meurs adviseerde ook om voor hbo-opgeleiden een grens te trekken in 2012.
Wij zeiden: wij kunnen die grens niet uitleggen. De massale reacties die we krijgen, bevestigen waar we binnenskamers voor hebben gewaarschuwd. Daarom gaan we met onze boodschap weer terug naar Den Haag.

Mbo en inservice: vervolgopleidingen, scholing
We gaan ook aan de slag met de onduidelijkheid over de gespecialiseerde vervolgopleidingen. Veel van die opleidingen zijn nog niet op NLQF6-niveau gecertificeerd. Terwijl dat wel nodig is om in aanmerking te komen voor de overgangsregeling. Dus ook daar zitten we bovenop: alle opleiders moeten zo snel mogelijk een certificering op NLQF6-niveau aanvragen. Dit moet goed geregeld zijn, voordat de nieuwe wet ingaat.

We horen ook luid en duidelijk de kritiek op de eis tot aanvullende scholing bij herregistratie voor mbo- en inservice-opgeleide verpleegkundigen. In zijn brief schrijft de minister over scholing van maximaal één jaar. Het gaat om een “centraal aanvullend scholingsprogramma”, met “leren op de werkplek” en “individuele […] vrijstellingen op basis van vooropleiding”.

Dit gaat de minister nog verder uitwerken. Wij vinden het belangrijk dat die aanvullende scholing niet achter een tekentafel wordt vormgegeven. Niet alleen in nauwe samenspraak met de hbo- en mbo-opleiders, maar vooral dat verpleegkundigen zelf een rol spelen bij de ontwikkeling van die scholing. Zodat die kostbare en schaarse kennis, ervaring en wijsheid niet verloren gaat. Zodat niemand scholing hoeft te volgen over onderwerpen die hij of zij al lang kent en in de praktijk toepast. Aanvullende scholing moet dus enkel en alleen gaan over de nieuwe competenties behorend tot het nieuwe beroep.

Wat wij nu gaan doen
Wij gaan nu met deze drie punten terug naar Den Haag:

  1. De grens van 2012 voor hbo-verpleegkundigen is willekeurig en niet uit te leggen.
  2. Verpleegkundige vervolgopleidingen moeten haast maken met certificering op NLQF6-niveau. Dit moet geregeld zijn wanneer de wet ingaat.
  3. De aanvullende scholing voor mbo- en inservice-opgeleiden moet in nauwe samenspraak met verpleegkundigen worden vormgegeven en mag alleen gaan over de nieuwe competenties die bij het nieuwe beroep horen. 

Hartelijke groet,


Sonja Kersten

Dit nieuwsartikel is per december 2019 overgeplaatst van de oude website van V&VN naar de vernieuwde website. Eerder geplaatste reacties komen hiermee te vervallen. Wil je reageren op dit artikel? Praat verder op social media.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)