‘Aangenomen motie ademt wantrouwen uit’

V&VN is teleurgesteld over de op dinsdag 27 juni aangenomen motie in de Tweede Kamer over de medische kindzorg, waarbij niet langer alleen de kinderverpleegkundige verantwoordelijk is voor de indicatiestelling, maar ook altijd de behandelend kinderarts. “Dit aantoonbaar maken - wat de motie vraagt - zorgt weer voor een extra administratieve last en ademt een gevoel van wantrouwen uit, terwijl het de kwaliteit niet verbetert. En het betrekken van de kinderarts is nu al een onderdeel van een gewaarborgd indicatieproces”, zegt Mariska Maat, voorzitter van de V&VN-afdeling Vrouw & Kind.

Alle bij de medische kindzorg betrokken partijen in ons land, op één partij na, hebben gepoogd de politieke initiatiefnemers van de motie op andere gedachten te brengen. Ook de kinderartsen zelf hebben aangegeven dat ze niet zitten te wachten op weer een nieuwe taak en administratie. Daarnaast had minister voor Langdurige Zorg Conny Helder de motie ernstig ontraden, maar deze werd toch aangenomen.

Mariska Maat: “De indienende politieke partijen hadden het initiatief hiervoor genomen met het idee dat als de verantwoordelijkheid wordt uitgebreid naar de kinderarts, er een krachtiger signaal wordt afgegeven bij de zorgverzekeraar om de indicatie niet ter discussie te stellen. Dat signaal begrijp ik deels omdat er, met name in het verleden, werd getornd aan de indicatiestelling van de kinderverpleegkundige door de zorgverzekeraar over de noodzakelijkheid of de hoeveelheid van de zorg. Maar inmiddels is er een nieuw vastgesteld Ontwikkelproces Indicatiestelling Kindzorg waarover iedereen het eens is. Daardoor is het indicatieproces helder en navolgbaar voor alle partijen en zijn er nauwelijks nog incidenten tussen verpleegkundigen en zorgverzekeraars.”

Coalitiepartij VVD stemde tegen de motie. “We hebben de mond vol van meer vertrouwen in de expertise van de verpleegkundigen, maar intussen wordt een motie aangenomen die niet getuigt van dat vertrouwen”, zegt Tweede Kamerlid Harry Bevers.