Hoe gaat het nu in de wijk? ‘We zijn scherper dan ooit’
- 25 augustus 2020
- V&VN magazine
- Coronavirus
- V&VN Algemeen
Voor oudere mensen die thuis wonen, betekende de coronacrisis dat ze veel minder mensen zagen. Vaak kwam ook de verzorgende of de verpleegkundige minder langs. “Kleine contactmomentjes worden extra belangrijk.”
Door de coronacrisis moest de zorg in de wijk op grote schaal anders worden georganiseerd. En dat leidde soms tot verrassende resultaten, vertelt wijkverpleegkundige Anja de Lavoir (66) van Vierstroom Zorg Thuis (wijkteam Zoetermeer-Noordoost). “Nog meer dan voorheen stimuleerden we het gebruik van hulpmiddelen, zoals de douchestoel en pakpalen. Wat bleek: veel mensen ontdekten dat ze veel meer zelf konden dan ze eerst dachten. De angst voor corona was groter dan de angst om te vallen. Sommige cliënten hebben het geloof in zichzelf teruggekregen. Deze periode heeft de zelfredzaamheid gestimuleerd.”
De andere kant van de medaille zag ze ook: door het afschalen van zorg en het stoppen van de dagbesteding raakten sommige mensen hun structuur kwijt. “Dat zie je direct aan de voedingstoestand: sommige mensen zorgden slechter voor zichzelf. En de eenzaamheid sloeg toe.”
De situatie thuis was minstens zo schrijnend als in de verpleeghuizen
Elf pimpelmeesjes
Dat merkte ook Jolanda Kragt (51). Zij is verzorgende IG en als flexkracht werkzaam bij Icare. “In de media was er veel aandacht voor eenzaamheid in verpleeghuizen, terwijl de situatie bij mensen thuis minstens zo schrijnend was. Sommige cliënten kregen niemand meer op bezoek. De zorg was afgeschaald of cliënten wilden zelf geen zorg meer ontvangen. Door de richtlijnen van het RIVM kwamen familieleden niet meer op bezoek, de boodschappen werden voor de deur gezet. “Bij veel cliënten viel ook de huishoudelijke hulp weg. Het bed werd niet meer verschoond, er lagen geen schone handdoeken meer. Wij waren dan de enige persoon die mensen nog zagen. En ook wij moesten ons aan de richtlijnen houden. Dus ook voor ons betekende dat: niet even een kopje koffie drinken met de cliënt. Dat leidde soms echt tot radeloosheid bij mensen.”
Kleine contactmomentjes werden extra belangrijk: een grapje, een aanraking. “Het kost soms maar een minuutje, maar het helpt mensen de dag door.” Ze vertelt dat ze een foto van een vogelnestje uit haar tuin had laten zien aan een mevrouw in haar regio, de Noordwest-Veluwe. Er zaten elf pimpelmeesjes in het nestje. “Ik zei tegen haar: ‘Het is net een reformatorisch gezin, hè?’ Dat vond ze prachtig.”
Weer helemaal wakker
Anja moest ook zorgplannen aanpassen. De ene keer schaalde ze zorg af, de andere keer juist op. “We leefden de richtlijnen van het RIVM heel goed na, maar we moesten goed nadenken over hoe we deze periode door moesten komen. Het was zaak om zowel de cliënten als de medewerkers te beschermen tegen besmetting én tegelijkertijd de zorg verlenen waar die echt nodig was.”
Daarvoor ontwikkelden werkvloer en management samen een ‘stoplichtsysteem’. Groen: de cliënt kan op dit moment zonder deze zorg. Oranje: de zorg is nodig, maar minder vaak. Rood: de cliënt heeft deze zorg absoluut nodig.
“Zo inventariseerden we bij elke cliënt wat nodig was. We belden ook met mantelzorgers en bespraken wat zij konden doen”, vertelt Anja. Cliënten die minder zorg kregen, kregen in elk geval elke dag een belletje van Anja en haar collega’s. “Hoe gaat het vandaag met u?” De toepassing van e-health kreeg een extra zetje: sommige cliënten gingen beeldbellen. En: van elke cliënt werd in het zorgplan genoteerd wat hun normale lichaamstemperatuur is. Anja: “Als iemand normaal gesproken een temperatuur van 36,5 heeft en nu opeens 37,8, weten we dat er iets aan de hand is. We zijn scherper dan ooit op het rapporteren van wat we zien.” Grinnikend: “Ja, we zijn weer helemaal wakker!”
Natuurlijk kan het beter, maar we praten mee en er wordt geluisterd
‘Wij zijn de zorg’
Dat veel mensen zich verschrikkelijk eenzaam voelden, vond Jolanda moeilijk om te zien. “Het was mooi geweest wanneer wij wat extra voor hen hadden kunnen betekenen. Die nabijheid, de aandacht, is ook zorg: even samen een rondje in de tuin wandelen of een kopje thee drinken is zo waardevol. Het was jammer dat het niet te regelen viel om eens te beeldbellen met familieleden, om daarmee de eenzaamheid wat weg te nemen.”
Zowel Anja als Jolanda hebben hun ‘geleerde lessen’ ingebracht bij hun werkgever. Jolanda, die ook V&VN-ambassadeur voor Verzorgenden in de Wijk is, vindt dat vanzelfsprekend: “Wij zijn de zorg, wij komen dicht bij de mensen. Het is logisch dat ik dit bespreek met ons management. Ze vragen dat ook van mij.” Anja laat ook haar stem horen: “We hebben binnen onze organisatie een vakgroep die regelmatig bij het management aan tafel zit. Ik zit daar niet meer in, maar heb wel aan de wieg gestaan van de oprichting ervan. Kan het beter? Tuurlijk, maar we praten mee en er wordt geluisterd.”
Bron: V&VN Magazine 3-2020 | Tekst: Aliëtte Jonkers | Beeld: Bram Petraeus
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.