V&VN MeetUp: ‘Er is veel potentieel dat niet wordt benut’
- 23 februari 2023
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
In de V&VN MeetUp op 20 februari in Almere gingen V&VN-leden met elkaar in gesprek over wat er nu en in de toekomst nodig is in de zorg voor ouderen in tijden van arbeidskrapte. Door die krapte kan de kwaliteit van zorg en veiligheid onder druk komen te staan, maar kansen en oplossingen zijn er ook. “We moeten meer doen waarvoor we zijn opgeleid en minder van wat niet bij ons beroep hoort.”
Grenzen
In de V&VN MeetUp wordt het scenario geschetst waar we de komende jaren in de zorg voor ouderen mee te maken krijgen. In 2040 verwachten we dat er meer dan 500.000 mensen met dementie zijn in Nederland (nu bijna 300.000). De levensverwachting loopt op en er zijn steeds meer 80-plussers. We hebben te maken met een dubbele vergrijzing: meer ouderen én oudere ouderen. Dat betekent een hard groeiende complexe zorgvraag met verhoudingsgewijs steeds minder collega’s. V&VN-voorzitter Bianca Buurman schetst de grenzen van de zorg waar we als beroepsgroep nu al mee te maken krijgen in de dagelijkse praktijk. “Wie kunnen we zorg bieden en wie gaat er naar de wachtlijst? Zijn we met genoeg collega’s om iemand palliatieve zorg thuis te bieden? De grenzen van doorbehandelen worden opgerekt. Er wordt verwacht dat mensen steeds langer thuis blijven wonen, maar er zijn grenzen aan wat er thuis nog kan. De grote vraagstukken van de zorg liggen de komende decennia binnen het verpleegkundig domein waarin wij als verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten werken. Daar ligt onze expertise. Vanavond kijken we met elkaar naar de uitdagingen, de kansen en oplossingen die we zien.”
Minimumkwaliteitseis
Het gebrek aan collega’s wordt iedere dag gemerkt bij de aanwezigen, maar over de huidige oplossingen van organisaties zijn zorgen. “Bij ons is het functiehuis opengebroken. Helpenden mogen nu ook de verantwoordelijke diensten draaien. Daar sta ik als verpleegkundige niet achter. Bepaalde inschattingen kun je beter maken als je daarvoor opgeleid bent.” Een verzorgende signaleert dat er steeds vaker taakgericht wordt gewerkt door anders opgeleiden, bijvoorbeeld met het injecteren van insuline bij cliënten met diabetes. “Je moet echt de context van de cliënt kunnen overzien en de risico’s kunnen inschatten om deze handelingen uit te kunnen voeren.” Een wijkverpleegkundige: “Ik zie ook steeds meer verschuiving naar taakgericht werken, daar word ik echt bang van. Als we gaan tornen aan kwaliteit van zorg, waar gaan we dan naartoe? Wat betekent dit voor kwaliteit en veiligheid? Wie is verantwoordelijk als het misgaat?”
Een van de aanwezigen vraagt zich af of het onvermijdelijk is dat de kaders van kwaliteitseisen gaan vervagen. “Misschien moeten we wel.” “Daar krijg ik buikpijn van," zegt een ander. “Als beroepsgroep moeten we juist zeggen: er is een bepaalde minimumkwaliteitseis aan de zorg die we leveren.” De zaal reageert instemmend. Maar hoe dan wel? “Ik vind dat we heel veel taken uitvoeren die niet perse nodig zijn, die niet bij ons beroep horen en er is een te hoge administratielast,” zegt een verpleegkundige. “Dat moeten we eerst regelen. Het is helemaal niet nodig en bovendien onwenselijk om kwaliteitseisen te verlagen.” De zaal is het unaniem eens.
Doen waarvoor je bent opgeleid
“Dit heeft veel te maken met zeggenschap,” reageert een verzorgende. “We moeten onszelf prikkelen om meer te doen waarvoor we zijn opgeleid en minder dingen die daar niet bij horen.” Op de vraag: wie werkt er regelmatig onder zijn niveau, steken veel aanwezigen hun hand op. Terug naar de kern van het beroep, is de conclusie.
Ik zie steeds meer verschuiving naar taakgericht werken, daar word ik echt bang van.
Anders werken en ruimte voor experiment
De samenwerking met anders opgeleiden en andere niveaus en disciplines is waardevol en kan nog veel meer benut worden. De verzorgende IG kan bijvoorbeeld floreren in een regierol, blijkt uit een best practice van een verzorgende in de wijk: “Bij ons zijn VIG’ers de regievoerders in het zorgproces. Zij zien de cliënt het meest en zien daardoor heel goed wat er nodig is. Ze sturen iedereen aan, van helpenden tot verpleegkundigen niveau 4 en 5 om te zorgen dat het zorgproces goed verloopt. Ook wordt digitale monitoring slim ingezet. We merken dat de zorg beter wordt van deze verandering en dat de cliënten blij zijn. Minder onrust, minder overbelaste mantelzorgers en mensen kunnen langer thuis blijven wonen.”
Een wijkverpleegkundige vertelt dat haar werkplezier enorm toenam toen ze anders ging werken. “Ik merkte dat ik de hele dag brandjes aan het blussen was. Toen heb ik het roer omgegooid. Mijn caseload is inmiddels met 30 mensen gegroeid. Dat kan omdat ik mijn werk helemaal anders heb ingericht. Ik maak meer gebruik van zorgtechnologie en ik zet veel meer in op preventie. Ik heb bijvoorbeeld overleg met de huisartsenpraktijk over hoe we bepaalde problemen vóór kunnen zijn. Ook kijken we heel goed voor welke zorg een wijkverpleegkundige of VIG’er nodig is en wat door anderen kan worden gedaan.” Hoe maak je nou zo’n omslag en hoe krijg je de organisatie mee? “Tip voor iedereen die kansen ziet om anders te werken: noem het een pilot. Meestal kun je dan meteen beginnen.”
‘Ik voldoe niet aan het profiel’
We kunnen alle deskundige collega’s gebruiken in de zorg. Maar niet iedereen die wil, kán aan de slag, blijkt uit de ervaringen in de zaal. Strenge taaleisen en andere belemmeringen zorgen ervoor dat in het buitenland-gediplomeerde verpleegkundigen met een niet-Nederlandse achtergrond die wél willen, niet altijd aan de slag kunnen in de zorg. Een van oorsprong Braziliaanse verpleegkundige vertelt dat veel van haar vriendinnen graag aan de slag willen in Nederland, dat ze graag aan de taaleis willen voldoen, maar dat er veel obstakels zijn. “Ik wil zo graag werken in de ouderenzorg,” zegt een andere verpleegkundige die zijn beroep in veel verschillende landen heeft kunnen uitvoeren, “maar ik krijg op mijn sollicitaties steeds te horen dat ik niet aan ‘het profiel’ voldoe. Nederland is een open en vrij land, maar werken in de zorg is voor mij niet toegankelijk.” Dit roept de vraag op of we wel openstaan voor onze deskundige collega’s met een niet-Nederlandse achtergrond. Het blijkt dat er allerlei redenen worden opgevoerd om nee te zeggen tegen nieuwkomers.
De conclusie van de avond is dat we in deze tijden van arbeidskrapte veel beter moeten kijken naar het onbenutte potentieel dat we overal om ons heen zien.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.